DE WAND — MARLEN HAUSHOFER ****
Soms wil ik mezelf qua boekenkeuze uit mijn comfortzone halen, zodat ik niet alleen maar thrillers of ‘lekker weg lees’ boeken kies, maar ook weer schrijvers en boeken leer kennen die ik niet ken of die ik niet zo snel zou kiezen.
Daarom doe ik dit jaar mee aan de boekenclub van the School of Life. In deze club lezen we 6 klassiekers in 6 maanden, aanbevolen door bekende schrijvers, die vervolgens door the School of Life worden geïinterviewd over hun gekozen boek.
Afgelopen week was het eerste interview met Niña Weijers. Zij koos het boek De Wand van Marlen Haushofer. Ik had nog nooit van het boek óf van de schrijver gehoord, dus vond het meteen interessant. Haushofer (1920 -1970) was een Oostenrijkse schrijver en dit boek was haar bekendste werk.
Afgesloten van de wereld
Het verhaal gaat over een vrouw, die een weekend gaat logeren bij haar nicht in een jachthuis in de Oostenrijkse bergen. Die avond gaan haar nicht en diens man naar het dorpscafé en blijft de hoofdpersoon thuis uitrusten. De volgende ochtend beseft ze dat ze alleen is. Alleen de hond Luchs is teruggekeerd. Samen met de hond gaat ze op onderzoek uit en als die ergens tegenaan botst, komt ze erachter dat er een ondoordringbare glazen wand staat die uit het niets is opgerezen. Achter die muur is alle leven uitgestorven. Aan de andere kant van de glazen wand ziet ze dat personen en dieren zijn versteend.
Aan haar kant van de wand overleeft ze zo goed en zo kwaad als het kan, in gezelschap van de hond, een koe en een kat. Ze verzorgt de dieren, struint het bos af op zoek naar eetbare planten en jaagt. Om niet gek te worden van haar eigen gedachten en eenzaamheid doet ze verslag van haar dagelijkse strijd met de elementen en met zichzelf.
Het bijzondere van het boek vond ik dat één groot verslag van haar dagelijkse bezigheden – waar steeds meer herhaling in optreedt – toch blijft boeien. Enerzijds misschien omdat je – tegen beter weten in – hoopt op verlossing voor die vrouw, anderzijds omdat je vanaf het begin af aan weet dat de hond dood gaat en je wil weten wat er gebeurt. Want die hond is haar steun en toeverlaat en gaandeweg het verhaal begrijp je steeds meer waarom. De schrijver heeft zich zo goed ingeleefd in een situatie waarin je alleen moet overleven in de bergen, met alleen een stel dieren als gezelschap en redding, dat je dat als lezer ook echt begint te voelen.
Bevrijdend of beklemmend
De meest intrigerende vraag tijdens het interview met Niña Weijers was of je het boek dystopisch of utopisch vond. Want hoe tegengesteld die twee ervaringen ook zijn, je kunt dit verhaal op beide manieren ervaren. Ik geloof dat ongeveer 60% van de deelnemers het ervaarde als een dystopie en ongeveer 40% als utopie.
Voor mij zat het er ergens tussenin. Omdat het me enerzijds verschrikkelijk lijkt om alleen achter te blijven. Ik denk dat het gekmakend is om nooit meer met iemand te kunnen praten. Bovendien heb ik niet de kennis van de hoofdpersoon om te overleven in de natuur (en dat besef voelt overigens ook best suf). Anderzijds begrijp ik ook dat het kalmerend kan werken als er geen mensen, telefoon, televisie of internet meer zijn. Dat je veel makkelijker in het moment leeft als je dag alleen nog bestaat uit wezenlijke dingen zoals het verzorgen van de dieren en verzamelen van eten.
Nog een intrigerende vraag was wie jij zou meenemen, als je één persoon mocht kiezen om mee te leven aan die andere kant van de wand. Zou dat een geliefde zijn of iemand die bijvoorbeeld veel weet over de natuur, zoals een boswachter of boer? Daar kwam ik zelf niet uit. En ik hoop dat ik zo’n hartverscheurende keuze ook nooit hoef te maken.